Véronique Lagoarde-Ségot, regisseur van "First Resistance Fighters: Alone Against All": "Ik heb me gericht op het weergeven van de spontaniteit van hun aanpak, die vaak instinctief is."

Met Premiers résistants, seul contre tous maakte Véronique Lagoarde-Ségot een documentaire die is verweven met archieven en de persoonlijke verhalen van drie jonge Franse verzetsstrijders tijdens de Duitse bezetting (1940-1945): de briljante Jacques Lusseyran, een blinde 16-jarige middelbare scholier in Louis-le-Grand, Parijs; de onverschrokken Gilbert Brustlein, 21, en de jonge activiste Mireille Albrecht, 16.
Waarom heb je juist deze jongeren gekozen?Toen ik op zoek ging naar de persoonlijkheden die ik wilde belichten, zag ik dat veel jongeren hadden deelgenomen aan het verzet, maar dat weinigen schriftelijke sporen hadden nagelaten. Ik wilde de redenen voor hun inzet echter niet afkappen of een latere interpretatie van hun reis projecteren. Het was daarom noodzakelijk om me te concentreren op degenen die hun keuze hadden verteld en toegelicht. Ik probeerde ook de spontaniteit van hun aanpak, vaak instinctief, te beschrijven. Mireille Albrecht, Jacques Lusseyran en Gilbert Brustlein reageerden onmiddellijk na de radiotoespraak van maarschalk Pétain op 17 juni 1940, waarin hij opriep tot een "staakt-het-vuren". De meeste van deze jongeren hadden geen politieke overtuiging, noch iemand die hen aanspoorde. Ze raakten er elk op hun eigen manier bij betrokken. Soms deden ze het zelfs in het geheim om hun familie te beschermen, waarbij ze hun eigen leven en dat van hun dierbaren in gevaar brachten. Dit is het geval van Gilbert Brustlein, wiens moeder stierf tijdens de deportatie naar Auschwitz en in zijn plaats door de Franse politie werd gearresteerd. Hij droeg de schuld hiervan zijn hele leven met zich mee.
Je hebt nog 57,01% van dit artikel te lezen. De rest is gereserveerd voor abonnees.
Le Monde